RELAMS-studie: onderscheid tussen schub en pseudoschub

In het RELAMS-onderzoek doen prof. dr. Leo Visser en drs. Jeske van Pamelen onderzoek naar de oorzaak van acute neurologische klachten bij mensen met relapsing remitting MS (RRMS). Er zijn verschillende oorzaken voor deze klachten, bijvoorbeeld een schub of pseudoschub. Dit is echter nog onvoldoende onderzocht.

Dr. Leo Visser en Jeske van Pamelen RELAMS studie - Nationaal MS Fonds

Prof. dr. Leo Visser en arts-onderzoeker en neuroloog in opleiding Jeske van Pamelen onderzoeken deze acute neurologische klachten bij mensen met MS. Met de resultaten uit het RELAMS-onderzoek wordt hopelijk het onderscheid tussen een schub en pseudoschub duidelijk, waardoor de juiste aanpak gekozen kan worden.

Schub versus pseudoschub

Mensen met RRMS hebben veelal te maken met schubs, ook wel aanvallen, exacerbaties of relapses genoemd. Een schub is een plotselinge verslechtering, waarbij bekende neurologische klachten toenemen of nieuwe neurologische klachten ontstaan. Deze schubs worden afgewisseld door periodes van herstel, maar na verloop van tijd herstellen mensen met RRMS vaak niet meer volledig.

Soms lijken de klachten op een schub, maar blijkt hier na onderzoek door de neuroloog geen sprake van te zijn. Dezelfde klachten die optreden tijdens een schub kunnen ook optreden bij koorts of een infectie. Dit noemen we een pseudoschub. Ook kan een andere (neurologische) ziekte of kunnen psychische klachten (angst, depressie, stress) de klachten veroorzaken.

Omdat de begeleiding en behandeling van een schub en pseudoschub anders is, is het erg belangrijk de verschillende oorzaken van neurologische achteruitgang van elkaar te onderscheiden. Als het om een schub gaat, kan het zijn dat de medicatie aangepast moet worden. Bij een pseudoschub is dit niet noodzakelijk en kan de arts bijvoorbeeld antibiotica geven.

Neurofilament Light

Het is voor de arts niet altijd gemakkelijk het onderscheid te maken tussen deze verschillende oorzaken van neurologische achteruitgang. Aanvullend onderzoek, zoals bloed- of urineonderzoek of een MRI-scan, kan daar soms bij helpen. Ook de aanwezigheid van het stofje Neurofilament Light kan wijzen op nieuwe MS-activiteit. Dit is een stofje dat in het bloed aanwezig is bij ontsteking of schade aan de hersenen. Neurofilament Light is vaker aanwezig bij mensen met MS dan bij mensen zonder MS en vaker bij mensen met actieve MS dan bij mensen met een rustige MS. Het doel van dit onderzoek is om te achterhalen wat de oorzaken zijn van neurologische achteruitgang, hoe vaak de verschillende oorzaken voorkomen en hoe het herstel van de neurologische achteruitgang verloopt. Daarnaast wordt ook onderzocht of Neurofilament Light ons in de toekomst kan helpen om de verschillende oorzaken van elkaar te onderscheiden.

Deelnemende ziekenhuizen

Om antwoord te krijgen op deze vragen, doen er 6 ziekenhuizen mee aan het onderzoek. Mensen met MS worden gevraagd om mee te doen aan het onderzoek op het moment dat ze een plotse neurologische achteruitgang ervaren. Ze worden dan uitgebreid neurologisch onderzocht en na 6 en 12 weken nogmaals. Deze bevindingen worden vastgelegd en aan het eind van het onderzoek geanalyseerd. De volgende ziekenhuizen en onderzoekers aan dit onderzoek:

  • Albert Schweitzer Ziekenhuis –  Dr. J. de Beukelaar
  • Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis – Prof. Dr. L.H. Visser
  • Jeroen Bosch Ziekenhuis – Dr. J. van Vliet
  • Maasstad Ziekenhuis – Drs. L. van Rooij
  • Rijnstate Ziekenhuis – Dr. J. Mostert
  • Amsterdam UMC, locatie VUmc – Prof. Dr. J. Killestein

In februari 2020 zijn de eerste ziekenhuizen gestart met het onderzoek. Eind 2022 waren 121 mensen met RRMS gestart met het onderzoek en is de inclusie gesloten. Naar verwachting zal in de 2e helft van 2023 gestart worden met controleren van de verzamelde data en in 2024 met de analyse van de resultaten. Het onderzoek wordt mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van het Nationaal MS Fonds.

Bijdragen aan dit mooie onderzoek?

MS is zenuwslopend. Geef en steun de strijd tegen MS.